Auteurs: Corinne van Gaalen, Cora van Horssen, Julia Delhaas
Het rapport Verborgen armoede op de werkvloer (2022) geeft inzicht in verborgen armoede onder werkenden. Het onderzoek maakt deel uit van het project ‘Vindplaatsen verborgen armen; naar effectievere wegen om huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen’.
Het onderzoek bestaat uit 3 delen:
- Een survey onder werknemers
- Een survey onder werkgevers
- Een interviewstudie onder werknemers
We zien daarin dat werkenden niet optimaal gebruik maken van inkomensondersteunende voorzieningen vanuit de landelijke of de gemeentelijke overheid. Met name van gemeentelijke voorzieningen maken zij weinig gebruik. Werkenden weten lang niet altijd dat de ondersteuning ook voor hen bedoeld is of laten die bewust liggen omdat ze bang zijn dat ze het geld moeten terugbetalen.
Gemeenten zouden daarom in moeten zetten op een betere communicatie: werkenden bekend maken met de regelingen, ervoor zorgen dat zij weten dat de regelingen ook voor hen bedoeld zijn en de angst voor terugvordering wegnemen.
Tegelijkertijd kunnen gemeenten en werkgevers hun handen ineenslaan. Werkgevers zouden bijvoorbeeld informatie vanuit de gemeente kunnen verspreiden onder medewerkers die laagbetaald of onzeker werk verrichten.
Belangrijkste resultaten werknemers
- De meeste werkenden met een laag inkomen hebben moeite met rondkomen. Zij hebben vaak inkomensondersteuning nodig om rond te kunnen komen.
- Slechts 55 procent geeft aan dat zij een of meer landelijke toeslagen ontvangen en maar 5 procent maakt momenteel gebruik van een of meer gemeentelijke regelingen.
- Bijna een derde van de werkenden met een laag inkomen weet niet of zij recht hebben op gemeentelijke voorzieningen. Bij landelijke toeslagen is dit aanmerkelijk lager: 6 procent.
- De redenen die de deelnemers noemden om geen gemeentelijke tegemoetkomingen aan te vragen, zijn zeer divers. Hierbij is onderscheid tussen onbewust en bewust niet-gebruik.
- Onbewust niet-gebruik: werkenden met een laag inkomen zijn niet altijd op de hoogte van tegemoetkomingen of denken dat deze niet voor hen bedoeld zijn. Deze gedachte wordt gevoed door eerdere ervaringen die zij hebben met het aanvragen van inkomensondersteuning. Is een aanvraag eenmaal afgewezen, dan wordt vaak de conclusie getrokken dat zij ook geen recht op andere voorzieningen zullen hebben.
- De redenen voor bewust niet-gebruik zijn gevarieerder. Zo worden genoemd: slechte ervaringen met en schaamte voor het aanvragen van tegemoetkomingen, complexiteit en angst om terug te moeten betalen en het aanbod van inkomensondersteuning dat niet altijd bij de situatie van de werkenden past. Veruit de grootste groep is bang voor terugvordering.
- De meeste werkenden zien geen grote rol voor de werkgever bij financiële problemen: daar is de werkgever of opdrachtgever niet voor, het is niet zijn verantwoordelijkheid en mensen houden hun geldzaken graag privé. Zij voelen wel voor de optie dat de werkgever wijst op inkomensondersteunende regelingen van de gemeente.
Belangrijkste resultaten werkgevers
- Werknemers en zzp’ers met een inkomen onder een bepaalde inkomensgrens kunnen aanspraak maken op toeslagen van de overheid en vergoedingen vanuit hun gemeente. De meeste werkgevers geven aan dat zij hier niet (goed) van op de hoogte zijn. Positief is dat ze hun medewerkers zeker op deze mogelijkheden willen wijzen als ze er wel van weten.
- Als het gaat om lokale tegemoetkomingen, ontvangen werkgevers het liefst van gemeenten periodiek een overzicht van de mogelijkheden. Die kunnen zij dan verspreiden via de algemene kanalen die zij hebben. Er zijn ook werkgevers die de informatie van gemeenten juist gericht willen inzetten. Als zij de inkomensgrenzen van verschillende regelingen kennen, kunnen zij medewerkers die daarvoor in aanmerking komen, hierop wijzen.
- De meeste werkgevers zien zichzelf in de rol van doorverwijzer of informatieverstrekker als het gaat om financiële problemen van hun werknemers. Daadwerkelijke hulpverlening wordt vaak buiten de deur gezocht.
- Werkgevers zien geen (wettelijke) verantwoordelijkheid voor financiële problemen bij hun werknemers. Als zij ondersteuning kunnen bieden, zullen zij dit zeker doen.
Downloads bij dit rapport
Onze experts bij dit rapport
Achtergronden bij dit rapport
Dit onderzoek geeft inzicht in verborgen armoede onder werkenden. Het onderzoek maakt deel uit van het project ‘Vindplaatsen verborgen armen; naar effectievere wegen om huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen’, dat wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit de Hogeschool van Amsterdam, het Nibud, de Universiteit van Amsterdam, INK., Stichting Lezen en Schrijven, Over Rood en de gemeenten Almere, Amsterdam, Amersfoort, Hoeksche Waard, Kapelle (Zeeland), Krimpenerwaard, Lelystad, Nijmegen, Schiedam en Vlaardingen. Dit onderzoek is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) met betrokkenheid van het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van het NWA-programma ‘Schulden en armoede’.