Auteurs: Jasja Bos en Gea Schonewille
De helft van de huishoudens met een inkomen van minder dan 1.750 euro netto per maand gaat dit jaar niet op vakantie*. Van de huishoudens met een netto-inkomen boven 2.500 euro per maand gaat 14% niet op vakantie. De huishoudens met een laag inkomen die wel op vakantie gaan, gaan kort: hooguit een weekje. De hogere inkomens gaan doorgaans twee tot drie weken op vakantie.
Belangrijkste resultaten
- 26% van de Nederlanders blijft dit jaar thuis. Onder hen zijn vooral huishoudens met een inkomen beneden modaal (minder dan 1.750 euro netto per maand).
- De meeste mensen (31%) gaan 1 keer op vakantie. Voor twee keer of vaker op vakantie kiezen vooral de hogere inkomens.
- Vrijwel iedereen (93%) maakt korte uitstapjes (naar de bioscoop, de dierentuin, festivals et cetera). Mensen die niet op vakantie gaan maken ook minder uitstapjes.
- Gemiddeld gaat de Nederlander ruim twee weken op vakantie en dat kost gemiddeld 2.600 euro. De inkomens beneden modaal gaan doorgaans een week (72% van hen) en geven gemiddeld 1.500 euro uit aan de vakantie. De hogere inkomens gaan twee tot drie weken (32% van hen) en zijn hier gemiddeld 4.000 euro aan kwijt.
- Eind mei 2015 had 70% van de Nederlanders de vakantie al geboekt. Hoe langer geleden geboekt hoe vaker men spijt heeft van het bedrag dat men uitgeeft aan de vakantie.
- Driekwart van de mensen heeft vooraf uitgerekend of zij de vakantie konden betalen.
- De meeste mensen gebruiken het vakantiegeld voor vakantie (43%). Ook wordt ermee gespaard (38%) en komt het op de grote hoop terecht (16%). De huishoudens die niet op vakantie gaan, gebruiken het vakantiegeld om mee te sparen, om schulden af te lossen en voor huishoudelijke uitgaven.
Downloads bij dit rapport
Alle onderzoeken in deze reeks
Onze expert bij dit rapport
Achtergronden bij het onderzoek
Voor de Nibud vakantiegeldenquête hebben 1.028 respondenten een online vragenlijst ingevuld. De respondenten zijn geworven via het panel Opinieland Survey Sampling International. De enquête is representatief voor de Nederlandse beroepsbevolking van 18 t/m 65 jaar. Het veldwerk is uitgevoerd na 25 mei 2015, nadat de meeste mensen het vakantiegeld hadden ontvangen.
* Gevraagd was alleen vakanties mee te tellen die langer dan zes dagen duren.