Auteurs: Annette Groen en Nanne Houtsma
Studenten zijn afhankelijker van hun ouders geworden en daardoor minder financieel zelfstandig dan in 2017, toen het vorige studentenonderzoek plaatsvond. Zij maken zich ook meer zorgen over hun studieschuld. Daarnaast zien we dat de kennis van studenten over het studiefinancieringsstelsel is afgenomen. Dit zijn in onze ogen verontrustende ontwikkelingen.
Dit blijkt uit Nibud-onderzoek naar de financiële situatie van studenten van het Nibud dat mogelijk is gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW).
Studenten zijn afhankelijker van ouders
De financiële rol van ouders is toegenomen. Zij dragen vaker bij met een hoger bedrag en meer studenten wonen nog bij hun ouders thuis. Dit zijn niet alleen eerstejaarsstudenten die als gevolg van de coronapandemie andere keuzes hebben gemaakt; ook van de tweede- en derdejaarsstudenten woont meer dan de helft thuis. Veel studenten staan daardoor pas later financieel op eigen benen en/of nemen pas later zelfstandig financiële beslissingen. Deze ontwikkeling past in de trend die de Sociaal-Economische Raad (SER) benoemt als een ‘uitgesteld leven’ waarin jongeren op steeds latere leeftijd daadwerkelijk zelfstandig kunnen participeren in de samenleving. Financiële zelfstandigheid is daar een cruciaal onderdeel van.
Het leenstelsel veronderstelt dat ouders die draagkrachtig zijn meebetalen aan de studie. Ouders met een anderhalf modaal inkomen kunnen echter nauwelijks bijdragen aan de studie van hun kind(eren) (zie voorbeeldbegroting bijlage 3). Studenten die net niet in aanmerking komen voor een aanvullende beurs, kunnen hierdoor niet altijd een beroep doen op hun ouders. Zij betalen een hogere prijs voor hun studie dan de studenten die wel kunnen terugvallen op hun ouders en staan daardoor financieel minder sterk aan de start van hun werkende leven. Hierin zien wij een risico op toenemende kansenongelijkheid.
Zorgen over studieschuld
Bijna de helft van alle studenten met een studieschuld heeft een schuld die hoger is dan 10.000 euro. Ruim de helft van de studenten die een studieschuld hebben, maakt zich zorgen over de gevolgen voor latere financiële beslissingen, zoals het kopen van een huis. Ook wordt de lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) minder als investering in de toekomst gezien dan in 2017.
Kennis leenstelsel is afgenomen
Studenten zijn redelijk op de hoogte van de consequenties die een studieschuld heeft voor het verkrijgen van een hypotheek en over de aflossingsvoorwaarden van de schuld. We zien echter dat studenten minder goed weten vanaf welk moment er rente over hun schuld wordt gerekend en dat zij ook minder goed weten wanneer en hoe ze het studentenreisproduct kunnen stopzetten. Het minst bekend onder studenten zijn de regels rondom bijverdienen en de aanvullende beurs.
Aanbevelingen
Een kind in Nederland is met 18 jaar meerderjarig en daarmee financieel zelfstandig. In dit onderzoek zien we echter dat hbo- en wo-studenten langer financieel afhankelijk zijn van hun ouders. Hierdoor worden studenten in de praktijk pas veel later financieel zelfstandig. Daarnaast maakt het Nibud zich zorgen over de financiële gevolgen die studeren heeft voor jongeren die geen beroep op hun ouders kunnen doen. Het Nibud vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat het leenstelsel bijdraagt aan een te grote afhankelijkheid van ouders om de studie te financieren en dat de studieschuld bijdraagt aan een grotere onzekerheid onder studenten over hun toekomst.
Het Nibud doet daarom de volgende aanbevelingen:
Zorg voor een inkomen voor studenten waardoor ze financieel zelfstandig kunnen zijn
Studenten zijn nu te vaak en te veel afhankelijk van hun ouders. Dit belemmert hun financiële zelfstandigheid en veroorzaakt kansenongelijkheid onder studenten. Daarom dient het stelsel van studiefinanciering studenten beter te ondersteunen in het bevorderen van een financieel zelfstandig leven. Dit is extra urgent omdat blijkt dat studenten op alle levensdomeinen (onder meer werken en wonen) te maken hebben met grote onzekerheden.
Verbeter voorlichting aan (aankomende) studenten en ouders
Daar waar het stelsel inzet op de mogelijkheid van studenten om te lenen, moet de voorlichting beter. Onwetendheid over het gebruik van de studiefinanciering kan zorgen voor verkeerd of geen gebruik en kan onnodige financiële gevolgen hebben, bijvoorbeeld in het geval dat een student die recht heeft op een aanvullende beurs in plaats daarvan leent. De informatievoorziening moet worden verbeterd, vooral als het gaat om de aanvullende beurs. Daarnaast kan meer inzicht in de studieschuld en aflossing huidige studenten helpen hun lening te beheersen. Het Nibud adviseert organisaties om in hun voorlichting aan studenten te blijven wijzen op de mogelijkheid om toeslagen aan te vragen en belastingaangifte te doen.
Financiële ondersteuning van ouders moet financiële zelfstandigheid bevorderen
Veel ouders die dat kunnen, ondersteunen hun studerende kinderen financieel. Dat is begrijpelijk, maar het moet de financiële zelfstandigheid van hun studerende kinderen niet in de weg staan. Financiële ondersteuning gericht op zelfstandigheid bevordert dat studenten leren omgaan met vaste lasten en financiële verantwoordelijkheden. Het zou goed zijn als ouders en kinderen daarover meer met elkaar in gesprek gaan en afspraken maken.
Alle onderzoeken in deze reeks
- Nibud Studentenonderzoek 2015
- Nibud Studentenonderzoek 2017
- Nibud Studentenonderzoek 2021
Onze experts bij dit rapport
Achtergronden bij dit rapport
Sinds 2009 doet het Nibud kwantitatief representatief onderzoek naar de inkomsten, de uitgaven, het financiële gedrag en het leengedrag van studenten. In 2017 hebben we dit onderzoek onder hbo- en wo-studenten voor het laatst uitgevoerd. Herhaling van dit onderzoek geeft een actueel beeld van de financiële situatie en het financiële gedrag van deze studenten anno 2021. In 2019 is de eerste groep studenten afgestudeerd die volledig binnen het nieuwe studiefinancieringsstelsel is meegelopen. Dit onderzoek brengt de effecten van het nieuwe studiefinancieringsstelsel op het leengedrag van de studenten in kaart. In het onderzoek zijn 1.505 voltijdstudenten tot 30 jaar uit het hbo en wo ondervraagd over hun financiële gedrag en hun financiële situatie. Deze groep hbo’ers en wo’ers is representatief voor alle voltijdstudenten in Nederland wat betreft leeftijd, geslacht en opleidingsrichting (hbo of wo). Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet en een overzicht van de achtergrondkenmerken staan in bijlage 1 van het onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Nibud en is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Lees ook het persbericht dat het Nibud verstuurde over dit onderzoek.