Direct naar content

Rapport Nibud Mbo-onderzoek (2021)

Onderzoeksrapport

Auteurs: Annette Groen en Nanne Houtsma

Mbo-studenten lopen inkomsten uit zorgtoeslag en belastingteruggave mis. Vaak hebben ze recht op deze inkomsten, maar maken ze geen gebruik van de regelingen. Ook heerst er onwetendheid rondom de studenten over de studiefinanciering.

Voor studenten op niveau 1 en 2 is de studiefinanciering altijd een gift, maar bijna drie kwart van de mbo’ers weet dit niet. Het Nibud deed in 2015 ook onderzoek naar de geldzaken van mbo-studenten. Vergeleken met toen zijn hun inkomsten gestegen, maar dat komt vooral doordat zij meer geld van hun ouders krijgen en meer verdienen met hun bijbanen.

Veel onwetendheid

Het Nibud vindt dat iedere jongere in Nederland recht heeft op een leven zonder financiële problemen. Maatschappelijke consequenties van financiële problemen zijn groot, verreikend en kostbaar. De maatschappij heeft baat bij jongeren die zonder financiële problemen optimaal hun kansen en talenten kunnen benutten.

Hoewel mbo-studenten wat beter kunnen rondkomen dan 6 jaar geleden, zien we ook dat er nog veel onwetendheid rondom de studiefinancieringsregels is. Dit kan goed gebruik van de studiefinanciering in de weg staan. Veel studenten op niveau 1 en 2 weten vaak niet dat de basisbeurs een gift is. Uit de Beleidsdoorlichting studiefinanciering van het ministerie van OCW (juni 2020) blijkt dat vooral mbo-studenten op niveau 1 of 2 minder gebruik maken van de studiefinanciering dan op basis van de voorwaarden logisch is. Ondanks het feit dat de studiefinanciering voor hen een gift is, maakt 10 procent van deze mbo-studenten er geen gebruik van.

Daarnaast blijkt in dit Nibud-onderzoek opnieuw dat mbo-studenten inkomsten mislopen doordat zij geen gebruik maken van de zorgtoeslag of belastingaangifte doen. Veel studenten zijn niet op de hoogte van het bestaan van zorgtoeslag en/of weten niet dat je belastingaangifte kunt doen. Daardoor lopen zij inkomsten mis, waar zij mogelijk wel recht op hebben.

Ook al is het percentage studenten met een lening (exclusief DUO-lening) gedaald, toch heeft nog ruim een kwart een schuld/lening. Juist jongeren met een lagere opleiding lopen risico op schulden. Daarnaast is het moment dat jongeren op zichzelf gaan wonen een risico voor het ontstaan van financiële problemen. Dit blijkt ook uit dit onderzoek. Oudere studenten, uitwonende studenten en studenten op niveau 1 en 2 hebben vaker schulden dan andere studenten.

Aanbevelingen

Onze conclusie is dat er nog veel verbetering mogelijk is. Niet alleen in de voorlichting aan studenten, maar ook door het studenten makkelijker te maken om de ondersteuning te krijgen waar ze recht op hebben. Het Nibud doet daarom de volgende aanbevelingen:

Maak het minder ingewikkeld

Het studiefinancieringsstelsel voor mbo-studenten is complex. We zien dat vooral de studenten op niveau 1 en 2 hier moeite mee hebben. Het Nibud pleit ervoor om deze studenten te ontzorgen en hen automatisch de basisbeurs uit te keren. Het inschrijven bij een opleiding zou hiervoor voldoende moeten zijn. Studenten zouden daarnaast actiever gewezen moeten worden op de mogelijkheid om de aanvullende beurs aan te vragen. Om financiële problemen te voorkomen, is het raadzaam het studentenreisproduct automatisch stop te zetten als een student de opleiding afrondt of afbreekt.

Verbeter de voorlichting

Veel mbo’ers vragen geen zorgtoeslag aan, doen geen belastingaangifte of maken geen gebruik van studiefinanciering, simpelweg omdat ze niet weten hoe het zit. Daarmee laten ze geld liggen waar ze recht op hebben. Mbo’ers geven dan ook aan behoefte te hebben aan informatie. Het Nibud adviseert mbo-opleidingen en werkbedrijven om studenten structureel te blijven wijzen op de mogelijkheid om zorgtoeslag aan te vragen en belastingaangifte te doen (waarmee zij vaak een teruggave kunnen krijgen). Wat betreft het gebruik van studiefinanciering adviseert het Nibud de overheid om voorlichting over studiefinanciering op vmbo’s beter af te stemmen op de soort mbo-vervolgopleiding die een leerling gaat doen (niveau 1 en 2 en niveau 3 en 4). Tot slot roept het Nibud ook de bedrijven die mbo’ers in dienst hebben voor een bijbaan, op om bij het verstrekken van de jaaropgave meer voorlichting te geven over het doen van belastingaangifte.

Bereid thuiswonende mbo-studenten voor op een financieel zelfstandig leven

Veel mbo-studenten wonen thuis. In een thuiswonende situatie betalen veel ouders de vaste lasten voor hun kinderen. We adviseren ouders en kinderen daarover meer met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken, bijvoorbeeld door de kinderen zelf het geld in handen te geven voor de lasten die de ouders nu nog betalen. Op die manier ontstaat bij kinderen sneller inzicht in de kosten die het leven met zich meebrengt.

Financiële opvoeding/educatie blijft zeer belangrijk

Studenten gaan bij voorkeur naar hun ouders als zij meer willen weten over studeren en geldzaken. Als ouders niet kunnen helpen, wordt het voor de student lastig. Daarom blijft het Nibud hameren op het belang van financiële educatie op (basis)scholen, scholen voor voortgezet onderwijs en mbo’s, zodat een student niet afhankelijk is van de kennis van de ouders, maar iedereen met evenveel kennis van geldzaken de maatschappij in stapt.

Luister ook onze podcast over het Mbo-onderzoek 2021

Jenny Trimp van Diversion reageert op de uitkomsten van het onderzoek en vertelt of ze die herkent vanuit de praktijk.

Deze content is beschikbaar na het accepteren van de cookies.

Alle onderzoeken in deze reeks

Onze experts bij dit rapport

Achtergronden bij het Mbo-onderzoek 2021

In 2015 deed het Nibud ook al kwantitatief representatief onderzoek naar de inkomsten, de uitgaven, het financiële gedrag en het leengedrag van mbo-studenten. Herhaling van dit onderzoek geeft een actueel beeld van de financiële situatie en het financiële gedrag van deze studenten anno 2021. Aan dit onderzoek deden 1.212 mbo-studenten mee. Daarbij moeten we meteen opmerken dat dé mbo-student niet bestaat. Het is een diverse groep bestaande uit bol- en bbl-studenten met binnen iedere leerweg verschillende niveaus (niveau 1 t/m 4). Met een mbo-diploma op niveau 2 heb je een startkwalificatie. Voor de verschillende niveaus gelden ook verschillende regels en mogelijkheden voor wat betreft studiefinanciering. Bovendien gaat het om een brede leeftijdsgroep van 16 tot 30 jaar, waarvan het merendeel nog thuis woont, namelijk 81 procent.

In de analyse en presentatie van de uitkomsten houden we rekening met deze diversiteit. Daarnaast is het belangrijk op te merken dat het mbo-onderzoek 2021 is uitgevoerd gedurende de coronapandemie. We besteden hier dan ook aandacht aan in dit rapport. Hoe groot de invloed van deze crisis is op de uitkomsten van dit onderzoek, valt echter niet met zekerheid te zeggen. Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet en een overzicht van de achtergrondkenmerken staan in Bijlage 1 van het onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Nibud en is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Lees ook het persbericht dat het Nibud verstuurde over dit onderzoek.