Auteurs: Anna van der Schors en Minou van der Werf
2,5 miljoen huishoudens hebben te weinig (spaar)geld achter de hand en lopen daardoor een risico op financiële problemen. Het Nibud adviseert in het rapport ‘Geld achter de hand makkelijker maken’ dat de samenleving in moet zetten op het stimuleren van ongemerkt sparen.
Alleen op die manier kan het aantal mensen met geldproblemen worden teruggedrongen. Harder roepen dat sparen belangrijk is, heeft weinig zin. Vrijwel iedereen beseft dat sparen nodig is. Maar een deel van de huishoudens, met name de lage inkomens, ervaren simpelweg te weinig ruimte om te kunnen sparen. Daarnaast maken psychologische factoren het sparen moeilijk. Nu de spaarrente naar nul procent gaat, voelen nog minder mensen een prikkel om geld apart te zetten, vreest het Nibud.
Ongemerkt geld achter de hand
Het instituut stelt daarom voor om als brede samenleving, van overheid tot (financieel) bedrijfsleven, de consument te helpen. Sparen moet een normale vaste maandelijkse uitgave (reservering) worden in plaats van geld dat overblijft en opzij wordt gezet. In het rapport worden hiervoor verschillende mogelijkheden aangedragen.
Achtergronden bij dit rapport
Het rapport ‘Geld achter de hand makkelijker maken’ is een bundeling van inzichten op basis van bestaande (wetenschappelijke) literatuur, onderzoek naar spaargedrag van Nederlanders en het rapport ‘Spaargedrag bevorderen, wat werkt?’ Dit laatstgenoemde rapport is mogelijk is gemaakt door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en vormt een onderdeel van het promotieonderzoek van Minou van der Werf. Ook zijn cijfers gebruikt van onder andere Nibud, CBS, DNB.