Direct naar content

Zorgen bij gemeenten en schuldeisers over gevolgen nieuwe schuldregelingen

blog
Marion Weijers
Gepubliceerd op:

Per 1 juli is de halvering van de aflostermijn van schulden van 36 maanden naar 18 maanden ingegaan. Het doel van deze verkorting van de aflosperiode is om meer mensen met schulden te kunnen helpen en hen sneller perspectief te kunnen bieden. Deze nieuwe regeling heeft grote invloed op de werkwijze van gemeenten om mensen duurzaam te laten uitstromen.

Op ons laatste Platformoverleg Schuldhulpverlening bleek dat de deelnemende gemeenten er praktisch gezien klaar voor zijn. Toch vergt het ook nog wat inspanningen. Zoals het aanpassen van de schuldregelingsovereenkomst, het informeren van schuldeisers en de communicatie naar de inwoners.

Tegelijkertijd hebben gemeenten ook zorgen:

  • Hoe krijgen we de kleine schuldeisers mee?
    Landelijke schuldeisers die een convenant met de NVVK hebben, gaan akkoord met een verkorte schuldregeling. Maar hoe zit het met de kleine schuldeisers, zoals de MKB’s? Hoe gaan gemeenten deze schuldeisers mee krijgen om akkoord te gaan met een lager aanbod?
  • Hoe zullen organisaties reageren?
    Sociaal incasseren is nu de norm, maar zullen ze dit blijven doen als ze minder geld terugzien? Of zullen ze sneller overgaan tot beslag?
    Hopelijk blijven de vaste lasten partners hun signalen doorsturen naar de gemeentelijke vroegsignalering. Hoe sneller erbij, hoe kleiner de schulden.
  • Hoe leg je de nieuwe regeling uit aan klanten die net een schuldregeling van 36 maanden zijn ingegaan?
    Als ze na 1 juli hadden aangeklopt, was dit een traject van 18 maanden geworden. Gemeenten hebben behoefte aan een overgangsregeling, maar die komt er niet. Sommige zijn nu een eigen overgangsregeling aan het opzetten en zoeken voorbeelden en steun bij elkaar.

Nieuw is ook dat het vanaf 1 juli mogelijk is om rechtstreeks naar de Wettelijke schuldregeling (Wsnp) te gaan. Mits tenminste aannemelijk is dat iemand onvoldoende aflossingsmogelijkheden heeft, of dat er andere omstandigheden zijn die het onmogelijk maken om tot een minnelijke schuldregeling te komen.

In dat geval slaan de klanten het gemeentelijk minnelijk traject de (Msnp) over. Een traject waarin nu nog vaak wordt ingezet op coaching, budgetbegeleiding, cursussen en budgetbeheer. Vaak gebeurt dit al in de stabilisatiefase en tijdens de periode van schuldregeling, afhankelijk van wat nodig is om weer financieel redzaam te kunnen zijn.

Door rechtstreeks de Wsnp in te stromen, missen de klanten deze begeleiding en nazorg. En dat baart gemeenten zorgen, want begeleiding en nazorg kunnen helpen voorkomen dat iemand opnieuw schulden maakt.

Zorgen van schuldeisers

Laat dit nu net de zorg van veel schuldeisers zijn. Schuldeisers willen een duurzame uitstroom, geen terugval. Aangezien gemeenten wettelijk de regie hebben binnen de Wet gemeentelijke schuldregeling kunnen zij het daarmee alleen maar eens zijn. Maar welke interventies zet je in als de technische schuldregeling nog maar 18 maanden duurt, en hoe en hoe lang ga je dat doen? Dat is een vraag waar veel gemeenten mee worstelen.

Het Nibud begrijpt deze zorgen en pleit voor maatwerk om terugval te voorkomen. Bijvoorbeeld door budgetbegeleiding in te zetten bij de start van het stabilisatietraject. Kijk in je begeleiding wat iemand nodig heeft. Las ijkmomenten in om samen te bepalen wat iemand op dat moment kan, en wat er nog nodig is. Op die manier begeleid je iemand naar financiële redzaamheid, zodat er een goed fundament ligt waar iemand zelf verder op kan bouwen. Zo kan worden voorkomen dat iemand opnieuw schulden maakt.

Wil je je inwoners perspectief bieden en werken aan duurzame financiële redzaamheid? Het Nibud kan je hierbij helpen, bijvoorbeeld met een training budgetcoaching en een checklist financiële redzaamheid.

Marion Weijers

Senior adviseur publieksvoorlichting