Direct naar content

Nibud: Verdwijnen energietoeslag aderlating voor laagste inkomens

persbericht
Gepubliceerd op:
koopkracht

De meeste Nederlandse huishoudens hebben dankzij loonstijgingen en verhoging van de bijstand en het minimumloon volgend jaar meer te besteden dan dit jaar. Het verdwijnen van de energietoeslag betekent echter een koopkrachtdaling voor de huishoudens met de laagste inkomens.

Een alleenstaande in de bijstand zou er in 2024 € 36 per maand op vooruitgaan, maar door het verdwijnen van de energietoeslag slaat dat om naar een achteruitgang van ruim € 70 per maand. Gezinnen met meerdere kinderen hebben onder meer profijt van de wijzigingen in het kindgebonden budget. Hun koopkracht stijgt met bedragen tussen de € 50 en € 370. Dat blijkt uit berekeningen die het Nibud maakte op basis van de Miljoenennota.

‘We zien dat het kabinet de adviezen van de Commissie Sociaal minimum ter harte heeft genomen, gezinnen met kinderen worden beter ondersteund’, zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Maar aan het onderliggende patroon – dat de basis te weinig is om van rond te komen – is nog niets veranderd.’

  • Tip: Met de Koopkrachtberekenaar kun je per huishoudtype eenvoudig zien hoeveel deze groep erop voor- of achteruit gaat.

Afhankelijkheid toeslagen te groot

Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwde het kabinet in augustus dat de armoede verder zou toenemen als er niet opnieuw maatregelen zouden worden genomen om de laagste inkomens te ondersteunen. De ingrepen in de huurtoeslag en het kindgebonden budget zorgen ervoor dat hun koopkracht in 2024 hier en daar een bescheiden plusje kent. Het Nibud ziet echter ook dat de koopkracht voor een alleenstaande met bijstand in 2024 daalt met 4,3 procent.

‘Deze regering is geconfronteerd met allerlei onverwachte gebeurtenissen zoals de oorlog in Oekraïne en een torenhoge inflatie. Desondanks hebben ze veel gedaan om huishoudens met lage inkomens te helpen. Dat neemt niet weg dat uit deze berekeningen blijkt dat de afhankelijkheid van (tijdelijke) toeslagen eigenlijk te groot is’, stelt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Een alleenstaande in de bijstand kon dit jaar met alle tijdelijke maatregelen en zonder tegenslagen rondkomen, maar als je volgend jaar € 72 minder kunt besteden, kom je elke maand te kort.’

Koopkrachtverandering 10 voorbeeldhuishoudens 2023-2024
Huishoudtype Koopkrachtverandering in procente 2023-2024 Netto bedrag per maand in euro's
Alleenstaand bijstand -4,3% -72
Eenouder 1 kind bijstand -2,3% -54
Eenouder 2 kinderen bijstand 1,9% +50
Alleenstaand € 20.000 uitkering -4,0% -70
Alleenstaand AOW + € 7500 3,1% +70
Alleenstaand werkend € 35.000 2,9% +72
Eenouder 1 kind werkend € 35.000 3,6% +120
Paar zonder kinderen € 35.000 en € 35.000 3,5% +169
Paar 3 kinderen € 90.000 en € 45.000 4,7% +371
Alleenstaand zelfstandig € 40.000 -1,6% -53

Kindgebonden budget voor meeste huishoudens omhoog

De veranderingen in het kindgebonden budget pakken met name voor huishoudens met meerdere kinderen goed uit. Nu is het nog zo dat de bedragen voor het 1ste kind en de volgende kinderen verschillen. Vanaf volgend jaar krijgen ouders voor ieder kind een even hoog bedrag. De bedragen voor de oudere kinderen gaan daarnaast extra omhoog.

Doordat de bedragen flink zijn opgehoogd, heeft bijvoorbeeld een tweeverdienershuishouden met 3 kinderen en een inkomen van € 135.000 ook nog recht op kindgebonden budget. ‘Je kunt je afvragen of dat wenselijk is,’ zegt Vliegenthart. ‘Maar uiteraard adviseren wij huishoudens met hogere inkomens wel om te checken of zij komend jaar ook aanspraak kunnen maken op het kindgebonden budget. Laat het geld vooral niet liggen.’

Huurtoeslag omhoog en zorgtoeslag omlaag

Huurders die recht hebben op huurtoeslag merken in 2024 dat de maximale huurtoeslag omhoog gaat. Het kabinet wil hiermee kwetsbare groepen extra ondersteunen.

De tijdelijke verhoging van de zorgtoeslag die dit jaar gold, vervalt volgend jaar. Hierdoor daalt de zorgtoeslag voor huishoudens met een laag inkomen met € 30 tot 50 per maand. Arjan Vliegenthart: ‘We zien binnen de toeslagen grotere verschuivingen dan in andere jaren. Bij de ene toeslag komt er wat bij, de andere wordt juist lager. Het is goed om daar rekening mee te houden.’

Lonen stijgen harder dan inflatie

De verwachte inflatie zal volgend jaar 3,6 procent zijn. De lonen stijgen naar verwachting met gemiddeld 5,2 procent. Dit betekent voor meerdere huishoudens een koopkrachtstijging. Het Nibud waarschuwt echter voor een al te rooskleurige voorspelling van de inflatie. De afgelopen jaren hebben laten zien dat de prijsstijgingen veel hoger kunnen uitpakken dan verwacht.

Huishoudens kunnen er op basis van deze voorspelling in de huidige tijd dan ook niet vanuit gaan dat de inflatie niet hoger zal worden dan het voorspelde percentage. Is de inflatie hoger, dan zal de koopkrachtstijging lager zijn dan we nu verwachten. Ook gaat het hierbij om een gemiddelde loonstijging. Is de loonstijging in een bepaalde cao minder dan het gemiddelde, dan valt de koopkrachtstijging ook tegen. Omgekeerd kunnen werknemers in bedrijfstakken met hogere loonstijgingen dan gemiddeld er juist beter vanaf komen.

Achtergronden bij de berekeningen

De term koopkrachtontwikkeling staat voor de hoeveelheid goederen en diensten die met het netto-inkomen kunnen worden gekocht in vergelijking met het vorige jaar. Alle inkomsten en uitgaven die op een jaar betrekking hebben, zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Het percentage voor 2024 is ten opzichte van het besteedbaar inkomen in 2023 van het voorbeeldhuishouden. Fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke zijn al bij het netto maandbedrag geteld.

Bij de berekeningen is het Nibud uitgegaan van een inflatie van 3,6 procent, het percentage dat het CPB verwacht in de laatste ramingen. Ook is rekening gehouden met een stijging van de ziektekostenpremie. Verder gaat het Nibud uit van de brutoloonstijging van 5,2 procent die het CPB verwacht voor mensen in loondienst. Bij de voorbeeldberekeningen voor zelfstandigen zijn we ervan uitgegaan dat zij hun tarieven ook met 5,2 procent verhogen. Alle fiscale regelingen van 2023 en 2024 die relevant zijn voor de 117 huishoudtypen zijn gebruikt.

Daarnaast is het Nibud bij de berekeningen ervan uitgegaan dat huishoudens alle toeslagen en inkomensondersteuning hebben aangevraagd. Er is geen rekening gehouden met wijzigingen in de bijzondere bijstand of gezondheidssituatie. De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Er is ook geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen. In de voorbeelden zijn alleen standaard-ziektekosten (zorgpremie en eigen risico) meegenomen.

In werkelijkheid gebeurt er natuurlijk veel meer in een huishouden. Promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, werkloos raken, scheiden, gezinsuitbreiding, enz., zijn gebeurtenissen die veel meer van invloed zijn op het besteedbare inkomen van een huishouden. Als gevolg hiervan zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.