Het Nibud levert op dinsdag 18 maart een bijdrage aan de deskundigenbijeenkomst van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Op de agenda staat het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens, dat op het moment bij de Eerste Kamer in behandeling is. Namens het Nibud zal directeur Arjan Vliegenhart aan de bijeenkomst deelnemen, en verdere toelichting geven op het position paper dat we voor de gelegenheid geschreven hebben.
De bijeenkomst richt zich op de praktische uitvoerbaarheid van de wet, met specifieke aandacht voor pensioendeelnemers. In het bijzonder groepen die gebruikmaken van toeslagen, schulden hebben of laaggeletterd zijn. Ook pensioenfondsen en pensioenuitvoerders, die verantwoordelijk zijn voor de communicatie met deelnemers, komen aan bod.
Risico’s
Het bedrag ineens is als onderdeel van het pensioenakkoord bedoeld om mensen meer flexibiliteit te bieden bij de start van hun pensioen. Hierdoor kan het pensioen beter worden afgestemd op de persoonlijke leefsituatie en bestedingsbehoefte. Uit onderzoek (peiling 2022 en 2024) weet het Nibud dat er onder de doelgroep van bijna gepensioneerden substantiële interesse is om gebruik te maken van het keuzerecht bedrag ineens op pensioendatum. Het opnemen van zo’n bedrag ineens kent echter ook risico’s. Het gaat dan met name om de uitwerking ervan op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen.
Vooronderzoek tool
Het Nibud heeft op verzoek van het ministerie van SZW een vooronderzoek naar de ontwikkeling van een tool gedaan, die mensen kan ondersteunen bij hun keuze. Verschillende varianten zijn mogelijk, waarbij we graag toekomstige gebruikers en pensioenprofessionals betrekken in de ontwikkeling ervan.
Een tool is echter geen tovermiddel. Flankerende voorlichting en advies van pensioenuitvoerders en adviseurs zal nodig blijven. Zeker voor mensen die minder digitaal vaardig zijn of moeite hebben met het verwerken van de hoeveelheid informatie.
Live volgen
De deskundigenbijeenkomst waarin het Nibud meedoet is 18 maart vanaf 19:30 te volgen via de website van de Eerste Kamer.