Wat huishoudens nodig hebben om rond te komen, stelt het Nibud jaarlijks vast in de (minimum)voorbeeldbegrotingen. Tot nu toe ontbraken daarin de studentenhuishoudens. In vervolg op het Nibud Studentenonderzoek eerder dit jaar hebben we voor een aantal van deze huishoudens nu ook begrotingen opgesteld. Ze laten zien wat uitwonende studenten in het mbo, hbo en wo minimaal nodig hebben om elke maand rond te kunnen komen.
De keuze voor uitwonende studenten komt voort uit het feit dat thuiswonende studenten deel uitmaken van een groter huishouden. Hierdoor is het lastig om de minimale uitgaven van alleen de student in dat huishouden op een rij te zetten. Ook zagen we in het laatste Nibud Studentenonderzoek dat uitwonende studenten iets minder vaak rond kunnen komen dan studenten die nog thuis wonen.
3 situaties
Voor drie verschillende woonvormen hebben we een begroting kunnen maken. Het gaat om:
- een hbo/wo-student op kamers;
- een alleenstaanden hbo/wo-student in een studio;
- een alleenstaande mbo-bol-student in een studio.
De keuze voor een alleenstaande mbo-student komt voort uit het feit dat het merendeel van de mbo-studenten nog thuis woont. Een groot deel van de uitwonende mbo’ers leeft samen met een partner en/of kinderen. Voor hen geldt hetzelfde als voor de thuiswonende studenten: hun individuele uitgaven zijn lastig vast te stellen.
Verschil met andere begrotingen
De studentenbegrotingen verschillen wezenlijk van de andere Nibud-voorbeeldbegrotingen. Studeren is een fase van enkele jaren en studenten hebben vaak meer mogelijkheden om hun inkomen te vergroten. Soms blijft er in de begrotingen onder de streep voldoende over, soms niet. Dit komt ook uit het Studentenonderzoek naar voren: het merendeel van de uitwonende studenten komt rond, ruim een tiende lukt dat niet. Dat studenten het desondanks financieel redden, komt vaak door financiële ondersteuning van de ouders en een studielening.
Update
De studentenbegrotingen worden jaarlijks bijgewerkt. Ieder jaar indexeren we uitgavencijfers en passen we begrotingen aan op wet- en regelgeving. Daarnaast heroverwegen we de uitgavenpakketten van studenten op basis van verworven inzichten uit eigen en ander onderzoek. Iedere 4 jaar herijken we de begrotingen waarbij we ook de samenstelling van het uitgavenpakket ter discussie stellen in focusgroepen of vergelijkbare kwalitatieve methoden.