Ondanks extra voorzieningen en vergoedingen hebben mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking in veel gevallen minder financiële ruimte dan mensen zonder beperking. Met hogere uitgaven en minder inkomsten moeten zij meer dan anderen puzzelen om rond te komen of ze komen structureel te kort. Dat staat in het Nibud-rapport Meerkosten van het leven met een beperking.
Het Nibud deed in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzoek naar de financiële gevolgen voor huishoudens waarvan een ouder of kind een beperking heeft.
Volwaardig meedoen
Een jaar geleden stelde de Commissie sociaal minimum vast welke minimale inkomsten een huishouden nodig heeft om rond te kunnen komen én mee te kunnen doen in de maatschappij. Deze bedragen gaan uit van een situatie waarin huishoudens geen persoonlijk onvermijdbare uitgaven hebben als gevolg van bijvoorbeeld een beperking. Hebben huishoudens die uitgaven wél, dan hebben zij minder bestedingsruimte en belemmert hun financiële situatie hen in volwaardig meedoen in de samenleving.
8 voorbeelden
Om vast te stellen welke financiële invloed het leven met een beperking heeft op het huishoudbudget, hebben we een groot aantal typen meerkosten in kaart gebracht en voor 8 verschillende voorbeeldsituaties het effect van deze kosten berekend. Het gaat daarbij vaak om uitgaven aan vervoer, energie, medicijnen en de zorgverzekering. Soms spelen ook relatief hoge uitgaven aan woonlasten, intensieve begeleiding, verblijfskosten en voeding een rol.
Versnippering
Uit de voorbeeldsituaties blijkt dat niet alle uitgaven die aan de beperking zijn gerelateerd volledig worden vergoed. Tegemoetkomingen kunnen per gemeente verschillen. Sommige uitgaven worden gedeeltelijk of helemaal niet vergoed. Omdat de typen en omvang van de meerkosten zo verschillen, zijn de regelingen waar huishoudens gebruik van kunnen maken, versnipperd. Daarnaast zijn er vaak specifieke voorwaarden verbonden aan deze regelingen. Om te kunnen ontvangen waar zij recht op hebben, kost huishoudens veel administratieve rompslomp.
Meerkosten > € 1000 per jaar
De totale meerkosten in de voorbeeldsituaties die we hebben uitgewerkt, variëren van € 90 tot € 342 per maand. Per jaar komt dat voor deze 8 huishoudens neer op bedragen tussen de € 1.000 en € 4.500. De meeste algemene landelijke tegemoetkomingen zijn hierin al verwerkt. Het is niet exact bekend hoeveel mensen in Nederland leven met een beperking. Schattingen komen uit op rond de 2 miljoen. Niet al die 2 miljoen huishoudens zullen te maken hebben met extra kosten als deze. De geschetste voorbeelden zijn veelvoorkomende en realistische situaties van huishoudens die wel meerkosten hebben.
Inkomsten
In sommige gevallen kunnen mensen met een beperking en een inkomen boven het minimum nauwelijks beter rondkomen dan eenzelfde soort huishouden met bijstand dat geen meerkosten heeft. Huishoudens kunnen ook te maken krijgen met tekorten. Dat zit hem niet alleen in minder bestedingsruimte, maar ook in de geringe mogelijkheden om hun situatie te kunnen verbeteren. Mensen met een beperking of met een kind dat een beperking heeft, hebben vaak minder mogelijkheden om door meer werk of promoties meer inkomsten te verwerven.
Bekijk het onderzoek
Achtergronden bij dit onderzoek
Het Nibud deed in opdracht van het ministerie van VWS onderzoek naar de meerkosten van leven met een beperking vanuit de aanpak Doe onbeperkt mee. Met deze aanpak geeft VWS uitvoering aan het VN-verdrag Handicap.
Het in kaart brengen van meerkosten als gevolg van een beperking is complex. De verscheidenheid van de doelgroep voor wat betreft aard en ernst van de beperking is groot. Daarnaast hangen de meerkosten af van de huishoudsituatie en de inkomenspositie. Dat maakt dat het niet mogelijk is om een uitputtend beeld te schetsen van meerkosten in alle (veel)voorkomende situaties. Aanvullend onderzoek is nodig om dit verder in kaart te brengen. In dit onderzoek hebben we ons beperkt tot het uitwerken van de volgende voorbeeldsituaties:
- alleenstaande met een motorische beperking;
- tweepersoonshuishouden, waarbij één persoon met een lichamelijke beperking als gevolg van een spierziekte;
- alleenstaande met een zintuiglijke beperking;
- alleenstaande met een verstandelijke beperking;
- gezin met een kind met een beperking.
Voor deze situaties en een aantal variaties hierop hebben we uitgewerkt welke effecten meerkosten hebben op de huishoudportemonnee. Voor de volledige uitwerking van de in het onderzoek geschetste situaties hebben wij samengewerkt met Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronische ziekte.