Vrijwel alle huishoudens gaan er – vergeleken met vorig jaar – in 2024 op vooruit. Stijging van de lonen en uitkeringen en daling van de inflatie liggen voor een groot deel ten grondslag aan koopkrachtverbeteringen. Soms gaat het om slechts enkele euro’s, maar er zijn ook uitschieters van rond de € 300 per maand. Dat blijkt uit de koopkrachtberekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Er zijn echter ook huishoudens die een koopkrachtdaling kennen. Met name alleenstaanden met een laag inkomen gaan er door het verdwijnen van de energietoeslag tussen de € 65 en € 75 op achteruit.
Lonen, heffingskortingen en inflatie omhoog
‘Als je werkt en kinderen hebt, stijgt je koopkracht het meest,’ stelt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. In veel cao’s zijn afspraken gemaakt over loonstijgingen, het CPB verwacht dat de lonen in 2024 met 5,4 procent stijgen. Werkenden merken daarnaast dat de heffingskortingen zijn verhoogd. Van het brutoloon blijft daardoor netto meer over.
Forse plus voor huishoudens met kinderen
Huishoudens met kinderen zullen merken dat de kinderbijslag met enkele tientjes is verhoogd. Ook gaan zij er in veel gevallen op vooruit dankzij de veranderingen in het kindgebonden budget. De bedragen van deze toeslag zijn fors verhoogd. Dat merken zowel werkenden als huishoudens met een uitkering. Daarnaast is voor alleenstaande ouders de inkomensgrens hoger geworden en is de grens voor stellen met kinderen juist gedaald. Dat betekent dat meer alleenstaanden – en minder stellen – recht hebben op het maximale kindgebonden budget. Dankzij de hogere bedragen kunnen tweeverdieners met kinderen er toch tussen de € 100 en € 300 per maand op vooruitgaan.
Energietoeslag
In 2023 konden huishoudens met een laag inkomen nog energietoeslag aanvragen. Ondanks de hogere uitkeringen betekent de afschaffing van deze toeslag voor de alleenstaanden in deze groep een verslechtering van hun koopkracht. Stellen met een laag inkomen die kinderen hebben, gaan er dankzij het hogere kindgebonden budget wel op vooruit. De stijging van de zorgpremie is weliswaar lager uitgevallen dan op Prinsjesdag verwacht, maar ook de maximale zorgtoeslag valt lager uit dan in 2023.
Gat van 2022
Het Nibud, dat dit jaar al 45 jaar adviseert over huishoudfinanciën, plaatst wel een kanttekening bij de koopkrachtstijgingen die de berekeningen laten zien. ‘We zijn nog steeds uit het gat van 2022 aan het klimmen,’ zegt Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud. ‘De energieprijzen zijn intussen weer gedaald, maar andere producten zijn bepaald niet goedkoper geworden.’ Voor 2024 verwacht het CPB een inflatie van 3,6 procent. Daarmee ligt de inflatie lager dan de loonstijgingen van gemiddeld 5,4 procent. ‘We komen weer op adem, maar voor veel mensen blijft het financieel een onzekere tijd. De verhogingen van uitkeringen en het minimumloon garanderen bij lange na nog niet voor iedereen een aanvaardbaar bestaansminimum. Het Nibud roept de formerende partijen dan ook op om alle voorwaarden van bestaanszekerheid mee te nemen in de noodzakelijke maatregelen.’
Inkomsten en uitgaven
Voor alle huishoudens – met een laag of hoog inkomen – blijft het belangrijk om inkomsten en uitgaven goed in kaart te brengen. Het helpt om grip te houden op de geldzaken en op tijd inkomenswijzigingen door te geven aan de Belastingdienst als het gaat om toeslagen. Met behulp van de site toeslagen.nl kunnen huishoudens checken voor welke toeslagen zij dit jaar in aanmerking komen. Vanwege de veranderingen in de inkomens en in de inkomensgrenzen voor verschillende toeslagen adviseert het Nibud om deze check elk jaar opnieuw weer te doen.
Wil je meer weten? Download de uitgewerkte voorbeelden en huishoudens
Achtergronden bij de berekeningen
De term koopkrachtontwikkeling staat voor de hoeveelheid goederen en diensten die met het netto-inkomen kunnen worden gekocht in vergelijking met het vorige jaar. Alle inkomsten en uitgaven die op een jaar betrekking hebben, zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Het percentage voor 2024 is ten opzichte van het besteedbaar inkomen in 2023 van het voorbeeldhuishouden. Fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke zijn al bij het netto maandbedrag geteld. Het Nibud rekent met hele jaren. De stijging van het minimumloon en de uitkeringen die op 1 juli ingaat, hebben we in deze berekeningen al meegenomen.
Bij de berekeningen is het Nibud uitgegaan van een inflatie van 3,6 procent, het percentage dat het CPB verwacht in de laatste ramingen. Ook is rekening gehouden met een stijging van de ziektekostenpremie. Verder gaat het Nibud uit van de brutoloonstijging van 5,4 procent die het CPB verwacht voor mensen in loondienst. Bij de voorbeeldberekeningen voor zelfstandigen zijn we ervan uitgegaan dat zij hun tarieven ook met 5,4 procent verhogen. Alle fiscale regelingen van 2023 en 2024 die relevant zijn voor de 117 huishoudtypen zijn gebruikt.
Daarnaast is het Nibud bij de berekeningen ervan uitgegaan dat huishoudens alle toeslagen en inkomensondersteuning hebben aangevraagd. Er is geen rekening gehouden met wijzigingen in de bijzondere bijstand of gezondheidssituatie. De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Er is ook geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen. In de voorbeelden zijn alleen standaard-ziektekosten (zorgpremie en eigen risico) meegenomen. In werkelijkheid gebeurt er natuurlijk veel meer in een huishouden. Promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, werkloos raken, scheiden, gezinsuitbreiding, enz., zijn gebeurtenissen die veel meer van invloed zijn op het besteedbare inkomen van een huishouden. Als gevolg hiervan zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.