Direct naar content

Koopkracht 2023-2024: dit verandert er

nieuwsbericht
Gepubliceerd op:
koopkracht

Een hogere huurtoeslag, een hoger minimumloon en een hogere bijstandsuitkering en AOW. Maar de energietoeslag voor financieel kwetsbare huishoudens verdwijnt. Daarnaast verandert de hoogte van de meeste belastingschijven. De plannen uit de Miljoenennota, hebben effect op de koopkracht en de huishoudportemonnee van miljoenen Nederlanders. Op deze pagina zetten we op een rij wat er in 2024 verandert in beleid, prijzen en lonen.

Bij het Nibud berekenen we 2 keer per jaar de financiële gevolgen van beleidsmaatregelen, in januari en met Prinsjesdag. Deze koopkrachtberekeningen maken we voor 117 voorbeeldhuishoudens. Met deze voorbeelden kunnen huishoudens beter vooruitkijken en zich voorbereiden op veranderingen. Wil je berekenen hoeveel jij er in koopkracht op vooruit of achteruit gaat? Dat doe je met onze Koopkrachtberekenaar.

Tip: Lees hier waarom het Nibud de koopkracht berekent, hoe we dat doen en wat je met die verwachtingen kunt.

Beleid

Door de hoge inflatie worden de heffingskortingen met 10 procent geïndexeerd (verhoogd). De maximale arbeidskorting bij het tweede afbouwpunt gaat extra omhoog en de zelfstandigenaftrek gaat omlaag.

Vanaf januari 2024 wordt het wettelijk minimumloon gebaseerd op een 36-urige werkweek in plaats van 40 uur. Dat kan een forse vooruitgang zijn voor werknemers die meer dan 36 uur werken en het minimumloon verdienen.

Deze maatregelen zie je in januari 2024 direct terug op je loonstrook of op het betaaloverzicht van je uitkering of aanvullende pensioen.

Kindgebonden budget en huurtoeslag stijgen, zorgtoeslag daalt

Het kindgebonden budget gaat voor de meeste huishoudens omhoog. Het maximale bedrag per kind gaat naar € 203 per maand voor ieder kind. Daarnaast gaat het bedrag voor kinderen van 12 t/m 15 jaar naar € 57 per maand en voor kinderen van 16 t/m 17 jaar naar € 77 per maand. Het extra bedrag voor alleenstaande ouders gaat naar € 290 per maand.

De maximale huurtoeslag bij een laag inkomen gaat € 30 tot € 50 per maand omhoog. Dit is afhankelijk van de hoogte van de huur en de samenstelling van je huishouden. Bij een hoger inkomen zal de stijging lager uitvallen.

De maximale zorgtoeslag bij een laag inkomen gaat € 20 tot € 30 per maand omlaag. Bij hogere inkomens kan de daling lager uitvallen.

De energietoeslag van € 1300 voor 2023 voor financieel kwetsbare huishoudens vervalt in 2024. Veel gemeenten hebben een deel (€ 500) van die € 1300 al in 2022 uitgekeerd.

Minimumloon en uitkeringen stijgen

Het bruto minimumloon gaat omhoog. De uitkeringen die aan het minimumloon zijn gekoppeld, zoals de bijstand, de Wajong en de AOW, stijgen daardoor ook.

Voor de netto bijstandsuitkering betekent dat een stijging van € 130 per maand voor gehuwden/samenwonenden en € 90 per maand voor alleenstaanden.

De aanvullende pensioenen worden gemiddeld genomen geïndexeerd (verhoogd) met 2,1 procent.

Prijzen

Het overheidsbeleid is niet het enige dat verandert. In de koopkracht wordt ook rekening gehouden met prijsstijgingen. Dit zijn verwachtingen. Het is immers vooraf niet zeker hoe hoog de prijzen zullen stijgen. De laatste inschatting van het Centraal Planbureau is dat de prijzen in 2024 met gemiddeld 3,6 procent zullen stijgen.

Daarnaast stijgt de premie voor de basiszorgverzekering naar verwachting gemiddeld met € 12 per maand.

Lonen

Met de beleidsveranderingen en de prijsstijgingen zijn we er nog niet. De meeste mensen die in loondienst werken, profiteren volgend jaar waarschijnlijk van de verhoging van het cao-loon. De verwachting is dat de lonen volgend jaar gemiddeld met 5,2 procent zullen stijgen.

Net als de prijsstijgingen is dit een gemiddelde. Niet iedereen krijgt evenveel, en ook niet direct vanaf de maand januari. Er zijn ook groepen waar het cao-loon niet stijgt. Zelfstandigen moeten zelf een tarief vaststellen.

Bij een gemiddelde loonstijging van 5,2 procent en een verwachte prijsstijging van 3,6 procent, stijgt de koopkracht van de 117 voorbeeldhuishoudens gemiddeld met 2,3 procent (het varieert van -4,3 procent tot 6,9 procent).

Bekijk onze reactie op de Miljoenennota