Direct naar content

Koopkracht 2021-2022: Stilte voor de storm?

blog
Gepubliceerd op:

Prinsjesdag 2021. Net als elk jaar presenteert het Nibud de koopkrachtcijfers voor het aankomende jaar. We leven in een turbulente tijd. Naast de coronacrisis liggen er meer grote vraagstukken op tafel. Maar het kabinet is al sinds januari demissionair en mag geen grote beslissingen nemen. Wat betekent dat voor uw koopkracht op de korte en lange termijn?

Marjan Verberk – de Kruik

Als we kijken naar de koopkrachtcijfers voor 2022 dan valt het wel mee met die turbulentie. Dat het zittende kabinet demissionair is, blijkt duidelijk uit de cijfers. Gemiddeld komt de koopkracht uit op 0 procent. Ingevoerde maatregelen uit eerdere jaren worden voortgezet, bijvoorbeeld een verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek. Het kabinetsbeleid is er vooral op gericht om eventuele negatieve koopkrachteffecten die daarvan het gevolg zijn te repareren.

Voor veel huishoudens verandert er dus weinig tot niets. Dat klinkt niet als heel turbulent. Maar er liggen diverse grote vraagstukken op tafel en die gaan op de langere termijn zeker invloed hebben op uw koopkracht. Zodra er een nieuw kabinet is en deze punten worden opgepakt, wordt het allemaal turbulenter. Hoe turbulent precies hangt sterk af van uw persoonlijke situatie.

Eén van de issues is het betaalbaar wonen. De woningmarkt is al lange tijd overspannen, starters moeten de randen van hun financiële mogelijkheden opzoeken om een huis te krijgen (zowel voor huur als voor koop) en ruim een kwart van de huurders heeft een veel te hoge huur in verhouding tot hun inkomen. De huur is zo hoog dat zij de basisbedragen niet meer kunnen betalen waardoor zij bezuinigen op essentiële zaken als gezonde voeding.

Het Nibud pleit daarom voor regelingen, bijvoorbeeld verruiming van de huurtoeslag, die betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk maken, waarbij er rekening gehouden wordt met uw inkomsten en uw uitgaven. Als deze meer in balans zijn, zal dit positieve gevolgen voor uw koopkracht hebben. Alhoewel de mogelijkheid bestaat dat belastingvoordelen voor kopers worden verlaagd Er klinken immers al langer geluiden dat kopers teveel fiscale voordelen hebben ten opzichte van huurders. In dat geval kan dat een negatief effect hebben op uw koopkracht.

Een ander urgent vraagstuk is het klimaat. Onderdeel van de oplossing is verduurzaming van de woning. Het Nibud vindt het belangrijk dat iedereen kan verduurzamen zonder financiële problemen te krijgen. Het interessante daarbij is dat niets doen over het algemeen duurder is dan wel een aantal maatregelen nemen. Een goed geïsoleerd huis is beter voor de portemonnee dan een doorwaaiwoning. En het hoger belasten van het gebruik van gas om dit te bereiken, zal voor groepen die moeilijk kunnen verduurzamen en voor huishoudens met lagere inkomens leiden tot een verslechtering van de koopkracht. Wel vraagt het van u als consument een investering vooraf en dat kan een hobbel zijn.

De helft van de eigen woningbezitters kan een kleine investering van € 5.000 tot € 10.000 uit eigen zak betalen, maar dat betekent dat er nog altijd ruim 2 miljoen woningeigenaren geld moeten lenen om deze kleine investering te kunnen doen. Dat is zorgelijk, omdat we op termijn allemaal van het gas af gaan en er geen groep kan achterblijven.

Verder klinken er geluiden om de bijstand en het minimumloon te verhogen. Het Nibud is hier groot voorstander van. Het betekent een duidelijke verbetering van de koopkracht voor de huishoudens met de lagere inkomens en het verminderen van de afhankelijkheid van toeslagen en gemeentelijke inkomensondersteuning. Die afhankelijkheid wordt vooral problematisch als mensen een laag en wisselend inkomen hebben. De angst om ontvangen tegemoetkomingen later te moeten terug betalen weerhoudt mensen ervan ondersteuning aan te vragen. Een hoger loon en meer zekerheid voorkomt deze onrust. Zo voorkomen we veel financiële stress.

Als laatste wil ik de pensioenen noemen. Het Nibud ziet graag een adequaat pensioen voor iedereen. Maar voor mensen met een wisselend inkomen of voor jongeren is het opbouwen daarvan geen vanzelfsprekendheid. Daarmee dreigt voor hen een flinke inkomensterugval als ze met pensioen gaan. We zien dat deze groepen zich zorgen maken over hun pensioen, maar het moeilijk vinden om pensioen op te bouwen of dat ze experimenteren met zelf beleggen. Mensen die wel zijn aangesloten bij een pensioenuitvoerder zien daarnaast hun premie oplopen en/of hun aanspraken dalen. Het nieuwe pensioenstelsel zal ook tot koopkrachteffecten leiden, in andere premies of in een andere indexering van de pensioenen . Of dit positief of negatief is, zal afhangen van uw persoonlijke financiële situatie.

Hopelijk gaat iedereen er in koopkracht op vooruit, zowel in 2022 maar ook op de langere termijn als de genoemde vraagstukken opgepakt gaan worden. Het Nibud zal er daarbij steeds op wijzen dat het belangrijk is om de meest kwetsbare groepen te ontzien, maar het is niet uit te sluiten dat sommige maatregelen voor groepen pijn gaan doen in de portemonnee. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan invoering van inkomensafhankelijke maatregelen om andere maatregelen, bijvoorbeeld een hoger minimumloon, te kunnen bekostigen. Dus als u een hoger inkomen heeft, is het goed mogelijk dat uw koopkracht er op achteruit gaat.

Kortom, de minimale koopkrachteffecten voor 2022 zijn geen reden om rustig achterover te leunen. Daarvoor liggen er teveel issues op tafel. Het Nibud voorziet koopkrachtveranderingen op de langere termijn en blijft zich daarom hard maken voor betaalbare oplossingen voor bijvoorbeeld wonen en verduurzaming. En we raden u aan om uw eigen financiële situatie regelmatig onder de loep te nemen, zodat u een goed overzicht heeft van uw financiële (on)mogelijkheden als de grote vraagstukken daadwerkelijk worden opgepakt.