Direct naar content

De Nibud-normbedragen: wat kun je ermee en wat niet?

blog
Gepubliceerd op:

Blog: Arjan Vliegenthart

De Centrale Raad van Beroep oordeelde een paar weken geleden over een casus waarin de Nibud-normbedragen wel iets te letterlijk werden opgevat. De Gemeente Apeldoorn wilde een bijstandsgerechtigde korten omdat ze volgens de Nibud-normen te weinig aan de boodschappen had uitgegeven.

Nou zijn verhalen over teruggevorderde uitkeringen en boetes op basis van de Participatiewet altijd een complex verhaal. Als oud-wethouder weet ik dat er vaak een wereld achter een kort krantbericht kan schuilgaan. Toch is de uitspraak ook voor het Nibud een goed moment om weer eens stil te staan bij wat de impact van normbedragen is – wat je ermee kan en wat niet.

Normen en richtbedragen van het Nibud

Bij het Nibud stellen we namelijk allerlei normen en richtbedragen op. De bekendste daarvan zijn misschien wel de richtlijnen voor zak- en kleedgeld die we op onze website hebben staan. En hoewel de zakgeldbedragen op geen enkele manier als norm bedoeld zijn, hoor ik vaak van ouders dat ze deze bedragen voor zak- en kleedgeld hanteren. Het richtbedrag is immers onafhankelijk vastgesteld in samenspraak met ouders en kinderen. Zo’n norm zorgt ervoor dat een, wellicht eeuwige, discussie tussen ouders en kinderen beslecht kan worden. We zijn daar bij het Nibud stiekem best trots op.

En wat we in het klein doen, doen we ook in het groot: een verantwoorde hypotheek voor de aankoop van een huis, de thuiswerkvergoeding die werkgevers onbelast mogen geven aan thuiswerkende werknemers: het zijn allemaal richtbedragen die in dit geval door de wetgever in een wet zijn verwerkt en daardoor extra gewicht in de schaal leggen. Richtbedragen worden in dat geval normbedragen en kunnen flinke gevolgen hebben voor mensen. Daarom berekenen we dit soort normen met grote zorgvuldigheid en proberen we de bedragen elk jaar goed up-to-date te houden.

Het leven is niet alleen te vangen in normen.

Arjan Vliegenthart

Tegelijkertijd is het belangrijk om ook te benadrukken dat het leven niet alleen in normen is te vangen. Normen hebben hun beperkingen en het leven is niet te vangen in gemiddeldes. De Nibud-bedragen zijn een mooi en zorgvuldig opgesteld richtsnoer, ze zijn echter geen dwingende maatstaf. Banken kunnen met goede argumentatie afwijken van een hypotheeknorm en ouders mogen hun kinderen best meer of minder zakgeld geven dan wat er op de website van het Nibud staat.

Normbedragen zijn geen dwangbuis

Mensen en instellingen maken hun eigen keuzes op basis van wat zij belangrijk vinden. Een richtbedrag kan daarin houvast geven, maar ze zijn geen wet van Meden en Perzen. In die lijn zie ik dan ook deze rechterlijke uitspraak: een afwijking van een richtbedrag kan voor een sociale dienst een goede aanleiding zijn voor een gesprek om te achterhalen wat er precies aan de hand is. Waarom wijkt iemand af en wat speelt er nog meer? Dat gaat overigens niet alleen over de bijstandsgerechtigde en een gemeente, maar bijvoorbeeld ook tussen een hypotheekverstrekker en de Autoriteit Financiële Markten.

In die zin ben ik dan ook blij met de uitspraak van de rechter die zegt dat normbedragen op zichzelf nooit een reden kunnen zijn voor een boete of terugvordering. Dat doet namelijk niet af van de norm als zodanig, maar plaatst deze in het juiste perspectief: ze kunnen helpen om richting te geven, maar ze zijn geen dwangbuis. Daar zijn we ons bij het Nibud ook meer dan terdege van bewust.