Direct naar content

Koopkracht 2024: dit verandert er

Een hoger minimumloon, hogere uitkeringen en een hogere arbeidskorting voor middeninkomens. De huurtoeslag en het kindgebonden budget dat omhoog gaat, terwijl de zorgtoeslag daalt. De wijzigingen vanaf 2024 hebben effect op de huishoudportemonnee van miljoenen Nederlanders.

Bij het Nibud berekenen we regelmatig de financiële gevolgen van beleidsmaatregelen. Deze koopkrachtberekeningen maken we voor 117 voorbeeldhuishoudens. Met deze voorbeelden kunnen huishoudens beter vooruitkijken en zich voorbereiden op veranderingen. Hier zetten we op een rij wat er in 2024 verandert in beleid, prijzen en lonen.

Lees hier meer over waarom het Nibud de koopkracht berekent, hoe we dat doen en wat huishoudens met de verwachtingen kunnen.

Beleid

Door de hoge inflatie worden de meeste heffingskortingen met 10 procent geïndexeerd. De maximale arbeidskorting bij het tweede afbouwpunt gaat zelfs nog iets meer omhoog. De belastingschijven worden beperkt geïndexeerd, waardoor veel mensen eerder in een zwaarder belaste schijf vallen. Verder gaat de zelfstandigenaftrek omlaag.

Vanaf januari 2024 is het wettelijk minimumloon gebaseerd op een 36-urige werkweek in plaats van 40 uur. Dat kan een forse vooruitgang zijn voor werknemers die meer dan 36 uur werken.

Deze maatregelen kun je in januari 2024 direct terugzien op je loonstrook of op de betaalspecificatie van je uitkering of aanvullend pensioen.

Het kindgebonden budget en de huurtoeslag stijgt, maar de zorgtoeslag daalt

Het kindgebonden budget gaat voor de meeste huishoudens omhoog. Het maximale bedrag per kind gaat naar € 203 per maand voor ieder kind. Daarnaast gaat het bedrag voor kinderen van 12 t/m 15 jaar € 57 per maand en kinderen van 16 t/m 17 jaar € 77 per maand. Het extra bedrag voor alleenstaande ouders gaat naar € 290 per maand.

De maximale huurtoeslag bij een laag inkomen gaat € 40 tot € 60 per maand omhoog. Dit is afhankelijk van de hoogte van de huur en de huishoudsamenstelling. Bij een hoger inkomen zal de stijging lager uitvallen.

De maximale zorgtoeslag bij een laag inkomen gaat € 30 tot € 40 per maand omlaag. Bij hogere inkomen kan de daling lager uitvallen.

De energietoeslag van € 1300 voor 2023 voor financieel kwetsbare huishoudens vervalt in 2024. Veel gemeenten hebben een deel (€ 500) van die € 1300 al in 2022 uitgekeerd.

Het minimumloon en de uitkeringen stijgen

Het bruto minimumloon gaat met 7,5 procent omhoog. 

De uitkeringen die aan het minimumloon zijn gekoppeld, zoals de bijstand, de Wajong en de AOW, stijgen daardoor ook.

Voor de netto bijstandsuitkering betekent dat een stijging van € 134 per maand voor gehuwden/samenwonenden en € 94 per maand voor alleenstaanden.

De aanvullende pensioenen worden gemiddeld genomen geïndexeerd met 2,7 procent.

Prijzen

Het overheidsbeleid is niet het enige dat verandert. In de koopkracht wordt ook rekening gehouden met prijsstijgingen. Dit zijn verwachtingen. Het is immers vooraf niet zeker hoe hoog de prijzen zullen stijgen. De laatste inschatting van het Centraal Planbureau is dat de prijzen in 2024 met gemiddeld 3,6 procent zullen stijgen.

Daarnaast is de premie voor de basiszorgverzekering gemiddeld met € 9  per maand gestegen.

Leestip: uitleg over koopkracht en inflatie aan de hand van ‘het mandje van uitgaven’.

Lonen

Met de beleidsveranderingen en de prijsstijgingen zijn we er nog niet. De meeste mensen die in loondienst werken, profiteren dit jaar van de verhoging van het cao-loon. De verwachting is dat de lonen gemiddeld met 5,4 procent zullen stijgen.

Net als de prijsstijgingen is dit een gemiddelde. Niet iedereen krijgt evenveel, en ook niet direct vanaf de maand januari. Er zijn ook groepen waar het cao-loon niet stijgt. Zelfstandigen moeten zelf een tarief vaststellen.

Bij een gemiddelde loonstijging van 5,4 procent en een verwachte prijsstijging van 3,6 procent, stijgt de koopkracht van de 117 voorbeeldhuishoudens gemiddeld met 2,2 procent (het varieert van -3,8 procent tot 7,4 procent).