Nibud koopkrachtberekeningen 2017: koopkracht meestal lager dan loonstrookje
Persbericht | 17 januari 2017
Ondanks een bruto loonstijging van gemiddeld 1,7%, zien huishoudens deze ontwikkeling niet helemaal terug in hun portemonnee. Voor huishoudens met een midden- of hoger inkomen ligt het verschil in koopkracht met 2016 tussen de -18 en +14 euro per maand (-0,6 en +0,3%). Huishoudens met een inkomen tot ongeveer 35.000 euro jaar hebben in 2017 maandelijks tussen de +4 en +27 euro (0,2 en 1,3%) meer te besteden.
Dit blijkt uit de laatste koopkrachtberekeningen van het Nibud. Het Nibud adviseert alle huishoudens om hun eigen koopkracht te bekijken en een persoonlijke begroting voor 2017 te maken om zo grip te houden op de eigen inkomsten en uitgaven.
Loonstrookje geeft geen compleet beeld
De eerste loonstrookjes van dit jaar geven niet hetzelfde beeld als de koopkrachtplaatjes. Door de inflatie en verhoogde zorgpremie is de koopkrachtstijging lager dan het loonstrookje laat zien. Midden- en hogere inkomens (vanaf ongeveer 35.000 euro per jaar) gaan er daardoor niet of nauwelijks op vooruit.
De verhoging van de zorg- en huurtoeslag, het verhoogde kindgebonden budget en de verhoogde algemene heffingskorting zorgen ervoor dat de lagere inkomens (tot 35.000 euro per jaar) gecompenseerd worden en daardoor in 2017 meer te besteden hebben.