Koopkracht 2020-2021: de belangrijkste veranderingen
Het Nibud berekent regelmatig wat de gevolgen van beleidsmaatregelen zijn. Welke effecten van beleid, prijs- en inkomensveranderingen spelen dit jaar een rol in de koopkrachtberekeningen?
Over Nibud-koopkrachtberekeningen
Het Nibud berekent de koopkrachtverandering door verwachte wijzigingen in beleid, in prijzen en in inkomens te vertalen in plaatjes voor een set voorbeeldhuishoudens. Door deze veranderingen inzichtelijk te maken, helpen we huishoudens voorbereid te zijn. Lees meer over waarom het Nibud koopkracht berekent, hoe we dat doen en wat huishoudens met de verwachtingen kunnen.
De belangrijkste veranderingen in 2021
Hieronder lichten we toe welke veranderingen in beleid, prijzen en lonen dit jaar een rol spelen.
Beleid
Het kabinet heeft een aantal maatregelen genomen, waardoor de inkomstenbelasting daalt. Het belastingtarief in de eerste belastingschijf daalt en de heffingskortingen stijgen. Verder dalen de aftrekposten voor de hoogste inkomens. Daarnaast stijgt het kindgebonden budget vanaf het derde kind.
Specifiek gaat het om de volgende veranderingen per 1 januari 2021:
Tarief eerste belastingschijf daalt en heffingskortingen stijgen
- Het tarief voor de inkomstenbelasting in de eerste schijf daalt van 37,35% naar 37,10%.
- De algemene heffingskorting stijgt met € 126 naar € 2.837, maar wordt wel iets sneller afgebouwd vanaf een inkomen van € 21.043.
- De uitbetaling van de algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting aan de minstverdienende partner gaat – net als de afgelopen jaren – iets omlaag.
- De maximale arbeidskorting stijgt met € 386 naar € 4.205.
- De ouderenkorting stijgt met € 81 naar € 1.703.
- De inkomensafhankelijke combinatiekorting daalt met € 66 naar € 2.815.
- Bijdrage Zvw voor gepensioneerden en zelfstandigen stijgt van 5,45% naar 5,75%.
Deze maatregelen zijn direct merkbaar op de loonstrook of de betaalspecificatie van de uitkering of het aanvullend pensioen.
De gemiddelde premie die werknemers voor hun pensioen betalen stijgt van 8,5% naar 9,2%.
Aftrekposten leveren minder op voor de hoogste inkomens
- Het maximale tarief waartegen aftrekposten (hypotheekrente, ondernemersaftrek, zorgkosten, etc.) mogen worden afgetrokken, gaat omlaag naar 43%.
- De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd met € 360 naar € 6.670.
De woning
- Het eigenwoningforfait daalt van 0,6% naar 0,5%
- Het maximale tarief waartegen de hypotheekrente voor de eigen woning mag worden afgetrokken, daalt van 46% naar 43%.
- De bijtelling bij geen of geringe eigenwoningschuld stijgt van 6,6% naar 9,9%.
Deze maatregelen zijn merkbaar bij de belastingaangifte over 2021 in 2022, of via de voorlopige aanslag.
Toeslagen
- Het kindgebonden budget vanaf het derde kind gaat omhoog met € 51 per kind per maand.
- De kinderbijslag gaat gemiddeld € 2,50 per kwartaal omhoog. Bij jongere kinderen iets minder en bij oudere kinderen iets meer
- Bij een huurstijging gaat de huurtoeslag ook iets omhoog
- De zorgtoeslag gaat met € 3 per maand omhoog
Uitkeringen stijgen
- De bruto AOW-uitkering stijgt met 2,4%.
- De meeste aanvullende pensioenen worden niet geïndexeerd. Sommige pensioenfondsen zullen waarschijnlijk moeten korten.
- De bijstandsuitkering en de overige uitkeringen stijgen met 1,9%.
De stijging is deels per 1 januari en deels per 1 juli.
Effect van dit beleid
Als alleen wordt gekeken naar de beleidswijzigingen, dan stijgt de koopkracht van de 100 voorbeeldhuishoudens gemiddeld met 1% (dit varieert).
Prijzen
Het overheidsbeleid is niet het enige dat verandert. In de koopkracht wordt ook rekening gehouden met prijsstijgingen. Dit zijn verwachtingen. Het is immers vooraf niet zeker hoeveel de prijzen zullen stijgen. Volgens de laatste verwachtingen stijgen de prijzen met gemiddeld 1,4%.
Leestip: Nibud-onderzoekers hebben verschillende blogs geschreven over koopkracht. Zoals een blog over onzekere persoonlijke inflatie en uitgavenpatronen in coronatijd en een uitleg over koopkracht en inflatie aan de hand van het mandje van uitgaven.
Er is rekening gehouden met de volgende wijzigingen:
- De premie voor de basiszorgverzekering stijgt gemiddeld met € 5 per maand.
Bij deze prijsstijgingen stijgt de koopkracht van de 100 voorbeelden gemiddeld met 1% (dit varieert). Hierbij is echter nog geen rekening gehouden met loonstijgingen.
Lonen
Met de veranderingen per 1 januari 2021 en de prijsstijgingen zijn we er nog niet. De meeste mensen die in loondienst werken, profiteren waarschijnlijk ook van de verhoging van het cao-loon. De verwachting is dat de lonen volgend jaar met 1,2% zullen stijgen.
Net als de prijsstijgingen is ook dit een gemiddelde. Niet iedereen krijgt evenveel, en ook niet direct vanaf de maand januari. Er zijn ook groepen waar het cao-loon niet stijgt. Zelfstandigen moeten bijvoorbeeld zelf een tarief vaststellen.
Bij een gemiddelde loonstijging van 1,3% stijgt de koopkracht van de 100 voorbeelden gemiddeld met 0,9% (dit varieert van -0,2% tot 2,9% ).